De kastanjemineermot is weer aan de slag. Sinds 1998 is de Cameraria ohridella, zoals deze mot officieel heet, in Nederland waargenomen. De mot is afkomstig uit Zuidelijk Europa. Mogelijk zorgt de klimaatverandering voor de opmars van deze mot.
De onderzijde van de boom is flink aangetast.
De larven vreten het bladmoes weg. waardoor blaasvormige mijnen onstaan. De larven ontwikkelen zich binnen 7 tot 10 weken.
Vooralsnog is niet duidelijk, hoe schadelijk de mot is voor de bomen op de lange duur. Hoopvol ziet het er niet uit. De conditie gaat in ieder geval langzaam achteruit, waardoor kwetsbaarheid voor andere bedreigingen ontstaat.
De mot is slechts enkele millimeters lang. Chemische bestrijding is niet erg effectief en duur. Natuurlijke vijanden als de pimpelmees en de sluipwesp zouden kunnen helpen. In ieder geval is het zinvol de afgevallen bladeren met de overwinterende poppen te verzamelen en te vernietigen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten